Een voorbeeld van het nemen van uw maatschappelijke verantwoordelijkheid is het treffen van energiebesparende maatregelen. Zo probeert ook ons bureau een steentje bij te dragen aan de energiereductie. In het najaar doen we weer wat vroeger de verlichting aan, dus een mooie gelegenheid om alle gloeilampen te vervangen door energiezuinige.
Maar waaruit moet je nu kiezen: halogeen, led of spaarlampen? Wellicht dat even googlen op energiezuinige verlichting uitkomst biedt.
Dit leverde ondermeer de volgende informatie op:
Spaarlampen zijn niet te dimmen zoals gloei- of halogeenlampen omdat het wattage over het algemeen te laag is. Ditzelfde geldt ook voor ledlampen.
Voor bijvoorbeeld een plafonnière met 1 gloeilamp, die dient om een ruimte te verlichten, zijn ledlampen geen goed alternatief. Dit komt omdat ledlampen een kleinere stralingshoek hebben en hierdoor ontstaat er schaduwvorming in bepaalde hoeken.
Veel ledlampen passen niet in de bestaanbare gloeilampenfitting.
Het blijkt dat ook halogeenlampen op termijn ook niet meer geproduceerd mogen worden.
Onze kennis over de hoeveelheid licht uitgedrukt in een bepaald wattage kunnen we niet toepassen bij energiezuinige lampen. Dat wordt nu op de verpakking weergegeven in lumen. 1 watt komt overeen met 683 lumen volgens de site van TU Delft . Dit is weliswaar gebaseerd op een internationale definitie; doch helaas geldt volgens de definitie de gegeven omrekening slechts voor de golflengte 555 nm. Voor andere golflengtes moet rekening worden gehouden met de golflengte-afhankelijkheid van het oog. Zo is bij 610 nm de gevoeligheid van het standaardoog de helft van de gevoeligheid bij 555 nm. Bij 610 nm is de omrekeningsfactor dus ook de helft, dus 1 watt <=> 342 lumen.
Gelet op deze informatie is het aanschaffen van energiezuinige lampen geen sinecure en ging bij ons even het licht uit.
Bronnen:energie-zuinigeverlichting.nl, tudelft.nl